Behind the image

Tony Oursler

1996

Installatie, 292 x 350 x 610 cm.
Materials:

Collection: Collection M HKA, Antwerp (Inv. no. S0243).

Tony Oursler gebruikt het medium 'video' sinds de jaren negentig, onder andere in deze installatie, op een vernieuwende manier. Hij projecteert zijn bewegende beelden niet op een scherm, maar op een pop. In andere installaties gebruikt hij bijvoorbeeld bloemen en reusachtige oogballen als ‘scherm’. Deze manier van werken is zijn handelsmerk geworden. Vaak bevinden zijn tragikomische figuren zich in een penibele situatie: ze zijn samengedrukt onder banken, stoelpoten en matrassen, opgesloten in koffers en kisten of opgehangen aan het plafond. Ze krijgen een schijnbaar levendig gezicht (van Oursler zelf, een vriend of een acteur) door de videoprojecties en met indringende stem klagen ze, doen hun beklag of rochelen alleen maar. Ze zijn van stof, hun lichaam bestaat vaak uit niet meer dan wat vodden, maar lijken te leven. Oursler focust op het gezicht omdat, zoals hij zelf zegt, het gezicht de mensen steeds het meest fascineert. De principes van de laterna magica uit de negentiende eeuw liggen aan de basis van Ourslers manier van werken. Het resultaat van deze techniek is een vreemdsoortig poppentheater, waarbij de sfeer en het gevoel die de installatie losweekt bij de toeschouwer centraal staan. Het contrast tussen het onbeweeglijke, ‘dode’ lichaam van de pop en de agressieve, vaak vulgaire taal die op je wordt afgevuurd, is erg confronterend en versterkt de onheilspellende sfeer en de dramatische kracht van het werk.

Media View all

Events View all

Ensembles View all

Actors View all