The Unstable Self
Ensemble
HET ONSTABIELE ZELF
We dachten aan het Onstabiele Zelf toen we de werken van Jacques Lizène, Lucas Samaras en Douglas Gordon bespraken.
In tegenstelling tot in de mythe van Narcissus worden we in het echte leven haast nooit verliefd op onszelf. Wanneer je in een reflecterende waterplas kijkt, kun je in aanraking komen met de onbekende diepzee of sta je oog in oog met een chimaera: een monster dat uit meer dan één dier bestaat. De willekeurigheid en transitionele aard van wat we zijn, de constante interne strijd tussen tegenstrijdige opvattingen in onszelf en het fluctuerende van wat we vaak met zekerheid waarnemen als onze rots in de branding, wordt onthuld met een diepgaande zelfbeschouwing, psychoanalyse, chemische bestanddelen en ziektes die de geest aantasten. Misschien is het die kennis, dat het zelf niet een topos maar een reis is, die ons redt van de wraak van Nemesis.
We zijn monsters, stelt Lizène, toevallige creaties van twee bronnen van genetisch materiaal. Hij onderging dan ook een vasectomie om zich niet te kunnen voortplanten. Na zo’n ingreep is het verblijdend om een “cadavre exquis” te zijn. Gordon confronteert in Self Portrait (Kissing with Scopolamine) zijn eigen reflectie door een ander gezicht te kussen met een waarheidsserum op de lippen. Samaras maakt met Self iets wat uitmondt in een autobiografie via zijn lichaam.