Above the Bay of Naples from Via Partenope, Naples, September 2008
2008-2010
Fotografie, 400 x 2600 cm.
Materials: tapestry
Collection: Collection M HKA, Antwerp (Inv. no. M00171).
Het monumentale wandtapijt Above the Bay of Naples... werd gemaakt voor Horsfields solotentoonstelling Schering en Inslag, die het M HKA in 2010 organiseerde en waar een groot aantal van zijn tapijten werd getoond. Dit tapijt ontstond in de context van het Napoli Conversation Project, één van Horsfields bekende sociale projecten, en werd vervaardigd in samenwerking met Flanders Tapestries, een textielfabriek in West Vlaanderen. Onder leiding van Horsfield vertaalde het bedrijf één van zijn foto's (een panoramisch uitzicht op een vuurwerkshow in de baai van Napels) naar een gigantisch en zeer gedetailleerd gewoven textielwerk. Met zijn tapijten reflecteert Horsfield op het begrijp tijd. De langzame totstandkoming van het werk staat in schril contrast met de vluchtigheid van het moment dat op het tapijt wordt afgebeeld. Ook het combineren van het moderne en vliegensvlugge medium fotografie met de eeuwenoude tapijtkunst levert een tegenstrijdigheid op. Daarnaast vormt het tapijt voor Horsfield een metafoor voor zijn visie over sociale relaties. De gekleurde draden waaruit het tapijt bestaat, stellen op zichzelf niks voor, maar vormen samen wel een indrukwekkend beeld; zo ook wint volgens Horsfield het individu aan betekenis in de context van een uitgestrekter sociaal weefsel.
'Het hangt samen met de erkenning dat je je op een bepaald historisch punt bevindt. Geen punt in een opeenvolging, niet noodzakelijk een onderdeel van gebeurtenissen die zich geleidelijk ontvouwen. Het gaat om de geschiedenis die we belichamen, die we in elk ogenblik ontmoeten, die we zijn.' - Craigie Horsfield, 1993
'En daarmee zijn we niet alleen weer terug bij de vraag hoe een wandtapijt ‘van onze tijd’ kan zijn , of hoe een foto nu precies in een tapijt wordt geweven nu dat eenmaal mogelijk is (waarmee het een voorbeeld is van een actueel stadium in de ontwikkeling van de kunsttechniek), maar ook bij de fundamentelere vraag van de ‘kunsthistorische’ tijd, die zoals we weten verschilt van de ‘werkelijke’ tijd.' - Carol Armstrong, 2010