Dominique Romeyer - 2024 - De regenboogcode [NL, essay]
___________________________
Hans Theys
De regenboogcode
Enkele woorden over de schilderijen van Dominique Romeyer
De schilderijen van Dominique Romeyer (°1958) zijn opgebouwd uit vlakken, stroken en lijnen van verschillende kleuren en texturen die veelkleurige composities vormen. Ze doen denken aan de geometrische abstractie zonder geometrisch te zijn. Ze zijn in de eerste plaats het werk van een schilder, waarbij elk schilderij in een heen-en-weer gaande beweging wordt opgebouwd en ontmanteld zonder vooraf bepaald doel. Ze zijn ‘gericht op het worden’ (portés sur le devenir’, zegt de kunstenaar.
Wat de kleuren betreft, leidt het op elkaar leggen van dunne laagjes verdund acryl tot de geboorte van kleuren ‘die niet bestaan’, zoals de schilder Johan De Wilde het ooit verwoordde in een brief aan mij: ‘naamloze kleuren’ die je niet vooraf kan bedenken en alleen kunnen voortkomen uit een reeks handelingen.
In een eerdere versie van dit essay gebruikte ik het woord ‘patchwork’ om deze schilderijen te beschrijven, maar Romeyer vertelde me dat ‘de punkster in haar’ niet van dat woord houdt, waarschijnlijk omdat het haar doet denken aan nijvere huisvrouwen. Voor mij houdt de term in dat ze schijnbaar nonchalante, knullige rasters tot stand laat komen, in tegenstelling tot de schijnbare rechtheid van geometrische kunst. Heel snel wil ik hieraan toevoegen dat de schilderijen van Mondriaan, Joseph Albers en Agnes Martin, als we ze van dichtbij bekijken, zeer ambachtelijk en organisch blijken te zijn en helemaal niet ‘recht’. Ten tweede zou ik erop willen wijzen dat de formele vrijheid van Romeyers ‘weefsels’ zeer subtiele kleurveranderingen mogelijk maakt, bijvoorbeeld wanneer twee vlakken die elkaar ontmoeten een zeer fijne grenslijn scheppen, als gevolg van een derde verschijnende kleur. (In feite is de aanpak van Romeyer een soort machine voor het maken van onvoorspelbare kleuren.) Ten slotte is de term ‘patchwork’ voor mij verbonden met de ‘traditie’ van de collage in Los Angeles. ‘Mijn werk komt voort uit wat mijn moeder “packratting” noemde,’ vertelde Sterling Ruby me. ‘Ze wilde niets weggooien en zoveel mogelijk opnieuw gebruiken. De sleutel tot alles wat ik heb gedaan is collage: het vermogen om zacht en hard, rond en recht te combineren.’ De Chicano kunstenaar Vincent Ramos vertelde me over een soortgelijke benadering in de Mexicaans-Amerikaanse cultuur, die door de schrijver Tomás Ybarra-Frausto ‘rasquachismo’ werd genoemd: een specifieke esthetische gevoeligheid gebaseerd op het vermogen ‘een zijden handtas te maken met een varkensoor’, een tuin te versieren met stukjes spiegel en gebroken serviesgoed of een decor voor een toneelstuk te maken met aan elkaar genaaide zakken die gebruikt worden in de fruitteelt. Rasquachismo is onvermijdelijk verbonden met persoonlijke trots, culturele identiteit en politiek verzet. Elke nieuwe vorm, zoals die van Romeyers schilderijen, wijkt af van de norm. Als zodanig wordt ze ervaren als komisch, bevrijdend, poëtisch en politiek.
Dit werk is organisch, sensueel en elegant. Het ademt en inspireert. Vanuit een harde en veeleisende discipline geeft het vorm aan de droom van de vrijheid, aan een reiken naar meer. De vorm van de hieruit voortvloeiende voorwerpen is nieuw en persoonlijk, teder en beslist, tegendraads en genereus.
Montagne de Miel, 2 augustus 2024