Edward Said, "Orientalism"

1978

Boek, 24 x 16.2 x 3.7 cm.
Materials: paper, ink

Collection: Collection MHKA, Antwerp.

Edward Said (1935-2003) was naast literatuurwetenschapper ook een uitgesproken activist voor de Palestijnse zaak. Het centrale argument in zijn belangrijkste boek Orientalism is dat het oriëntalisme binnen disciplines als geschiedenis, antropologie en taalkunde ‘het Westen’ in staat stelt ‘het Oosten’ politiek, sociologisch, wetenschappelijk en cultureel te (be)sturen en te domineren. Het zijn westerse schrijvers en academici die de voorstelling van de Oriënt creëren vanuit een reeks tegenstellingen: westerse rationaliteit en oosterse irrationaliteit, westerse productiviteit en oosterse luiheid, westerse zelfbeheersing en oosterse impulsiviteit. Said karakteriseert deze voorstelling van ‘de oosterling’ als uiterst racistisch. Oriëntalisme is volgens hem dan ook op geen enkele manier objectief of wetenschappelijk. Het staat in functie van de macht, het imperialisme en de koloniale overheersing van de grote Europese mogendheden en later de V.S.

Vanuit het concept van ‘discours’ van Michel Foucault en ‘culturele hegemonie’ van Antonio Gramsci benadrukt Said de intieme en vaak problematische relatie tussen de cultuurproducent en zijn object van onderzoek. De spanning tussen de heerser en de overheerste, het zelf en ‘de ander’ en de denkfout die Said ziet in het benaderen van eender welke cultuur als een homogene, onveranderlijke monocultuur, spelen nog steeds een rol in het postkoloniaal denken vandaag.

“Wellicht de belangrijkste taak van al zou zijn om onderzoek te doen naar eigentijdse alternatieven voor het oriëntalisme, te vragen hoe men andere culturen en mensen kan bestuderen vanuit een libertair, niet-onderdrukkend en niet-manipulatief perspectief. Maar dan zou met het hele ingewikkelde probleem van kennis en macht opnieuw moeten doordenken.”

Media View all

Events View all

Ensembles View all