MONOCULTURE – Exposition Internationale Coloniale, Maritime et d'Art Flamand, Antwerpen, 1930
Ensemble
Na 1885 en 1894 organiseerde Antwerpen in 1930 voor de derde en voorlopig laatste keer een wereldtentoonstelling. Voor de stad was de Exposition internationale coloniale, maritime et d'art flamand van groot belang. Naast de citymarketing moesten de stadsuitbreiding – er werd een heel nieuw stadgedeelte gecreëerd tussen Berchem en de Schelde dat nu de Tentoonstellingswijk heet – en de grote infrastructuurwerken – met onder andere de bouw van de Waaslandtunnel – van Antwerpen een metropool maken voor de toekomst. De stad bouwde zelf twee bruggen over de Kielsevest en twee tentoonstellingsgebouwen, die nadien werden omgebouwd tot enerzijds de Christus-Koningkerk en anderzijds de school van de Pestalozzistraat, In deze gebouwen vond waarschijnlijk de grootse overzichtstentoonstelling van oude Vlaamse kunst ooit plaats. In tegenstelling tot in 1885 en 1894 was op de tentoonstelling van 1930 geen Congolees dorp te zien. Toch konden bezoekers er een commercieel uitgebaat ‘negerdorp’ als attractie bezichtigen. De koloniale overheid wilde de focus leggen op de Belgische verwezenlijkingen in mijn- en landbouw in Congo; op een uitgebreide verzameling sculpturen, maskers en gebruiksvoorwerpen; en op de katholieke missies. Het monumentale ‘Kongopaleis’ dat hiervoor werd opgericht kreeg een oriëntalistisch, ‘Oosters’ karakter, omdat de ontwerpers meenden dat zwart Afrika geen eigen architectuur kende.